Rijssense Apotheek

Onze apotheek vindt het belangrijk dat de patiënt goed begeleid wordt. Met vragen kunt u op verschillende manieren bij ons terecht: via de website, telefonisch en via persoonlijk contact in de apotheek. Voor achtergrondinformatie over bijvoorbeeld medicijnen, de bijwerkingen, aandoeningen kunt u ook terecht op onze website.

Hartelijke groeten,

alle medewerkers van de Rijssense Apotheek

Haarstraat 71
7462 AL Rijssen

T: 0548 512500
E: rijssense-apotheek@ezorg.nl
Contactgegevens voor zorgmail gebruikers: rijssense-apotheek@zorgmail.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

felbamaat

Felbamaat beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen.

Artsen schrijven het voor bij een bepaalde vorm van epilepsie, namelijk het syndroom van Lennox-Gastaut.

Wat doet felbamaat en waarbij gebruik ik het?

Epilepsie

Er zijn verschillende vormen van epilepsie. Bij veel vormen is sprake van epileptische aanvallen, waarbij men zijn bewustzijn verliest en de spieren hevig verkrampen. De spierschokken kunnen meer of minder hevig zijn. Soms zijn er geen spierschokken en is men alleen een paar seconden afwezig; dit noemt men absences.

Er zijn ook lichtere aanvallen zonder bewusteloosheid. Daarbij voelt u alleen tintelingen in een arm, hoort of ziet u dingen die er niet zijn, of zijn er lichte bewegingen (friemelen, smakken) merkbaar.

Het syndroom van Lennox-Gastaut is een bepaalde vorm van epilepsie die begint bij kinderen tussen 3 en 6 jaar. Kinderen hebben hierbij verschillende soorten epilepsie-aanvallen naast elkaar. Ze kunnen periodes van afwezigheid hebben gedurende enkele seconden (absences). Verder aanvallen waarbij het lichaam verstijft, of juist verslapt, of aanvallen met schokkende bewegingen. Door de epilepsie kan de ontwikkeling van het kind tot stilstand komen. Een groot gedeelte van deze kinderen heeft ook op volwassen leeftijd epilepsie-aanvallen.

Oorzaak
Bij een aanval van epilepsie verloopt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen niet goed. Prikkels in de hersenen kunnen hierdoor epileptische aanvallen veroorzaken.

Epilepsie kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld: zuurstofgebrek tijdens de geboorte, een hersenvliesontsteking, een ongeval, een beroerte of (zelden) een hersentumor. Bij een bepaalde vorm van epilepsie kunnen lichtflitsen (TV, computergames, discolicht) een aanval uitlokken. Meestal is de oorzaak echter onbekend en is er sprake van aanleg. De ziekte kan op elke leeftijd ontstaan maar begint meestal op de kinderleeftijd.

Behandeling
Er zijn verschillende medicijnen tegen epilepsie. Bij de keuze van een medicijn volgt uw arts meestal een schema, waarbij medicijnen in een vaste volgorde worden uitgeprobeerd. Felbamaat wordt gebruikt als andere medicijnen bij het syndroom van Lennox-Gastaut niet voldoende helpen.
 
Werking
Felbamaat beïnvloedt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen. Het maakt de zenuwen minder prikkelbaar, zodat ze niet te snel reageren. Hierdoor helpt het epilepsieaanvallen bij het syndroom van Lennox-Gastaut te voorkomen.

Effect
Dit medicijn werkt niet bij iedereen. Na enkele weken zal duidelijk zijn of het voldoende werkt. U merkt dat doordat de epilepsieaanvallen minder vaak optreden en minder heftig zijn of helemaal verdwijnen.

Lees meer over epilepsie . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, maagpijn, buikpijn, diarree, gebrek aan eetlust en gewichtsverlies. Zeer zelden verstopping.

    U kunt misselijkheid en maagpijn voorkomen door het medicijn met wat voedsel in te nemen.

  • Slaperigheid, sufheid en vermoeidheid. Ook kan juist slapeloosheid optreden.

    Dit gaat meestal over als u een week lang dezelfde dosering gebruikt. Uw lichaam went er dan aan. Maar zolang de dosering nog wordt opgebouwd, kunt u last hebben van deze bijwerking.
    Voorkom ongelukken bij activiteiten thuis, op het werk en in het verkeer. Bijvoorbeeld wanneer u een ladder beklimt, apparaten bedient en op het werk iets bewaakt of controleert.

  • Hoofdpijn en duizeligheid.

  • Wazig zien of dubbelzien.

  • Bewegingsstoornissen, zoals een onzekere gang bij het lopen, evenwichtsproblemen, neiging tot vallen.

    Raadpleeg uw arts, als u dit merkt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Traag of onduidelijk spreken.

  • Bloedafwijkingen. Waarschuw uw arts bij onverklaarbare vermoeidheid, een bleke huid, infecties die niet overgaan, koorts, keelpijn, blaasjes in de mond, blauwe plekken of bloedneuzen.

    Ook na stoppen met de behandeling kan deze bijwerking nog enige tijd optreden. Uw arts zal uw bloed controleren voordat u met het gebruik begint en vervolgens elke 2 weken.

  • Psychische klachten, zoals depressiviteit, angstgevoelens, ernstige sufheid, verwardheid of hallucinaties.

    Overleg met uw arts, als u dit merkt.

  • Nierstenen. Waarschuw uw arts bij pijn in de zij, rug of buik en bij bloed in de urine.

    U kunt nierstenen voorkomen door voldoende te drinken. Voor volwassenen is dit 2 liter per dag.

  • Ernstige leverbeschadiging. Bij plotselinge hevige pijn in de bovenbuik, een gele kleur van huid of oogwit en misselijkheid, moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen.

  • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft.

  • Huiduitslag

    Dit kan komen door overgevoeligheid, maar dat hoeft niet. Overleg met uw arts bij huiduitslag.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, koorts of galbulten. Of u kunt duizelig worden en flauwvallen. Neem dan direct contact op met uw arts.
    In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen.
    Ook kan er een zwelling ontstaan van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden.

    In beide gevallen moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-Hulpdienst gaan. Als u overgevoelig bent voor felbamaat, mag u het niet meer gebruiken. Geef dit aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik felbamaat gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd zeker geen auto als u twee of meer van dergelijke medicijnen gebruikt.
  • Fenytoïne, een ander medicijn bij epilepsie of zenuwpijn. Felbamaat kan de bijwerkingen van fenytoïne versterken. Als u toch de combinatie moet gebruiken zal uw arts de dosering van fenytoïne aanpassen. Waarschuw direct uw arts, als u last krijgt van sufheid, coördinatiestoornissen en moeite met spreken.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Let op: als u epilepsie heeft, mag u vaak niet autorijden. Of u mag autorijden, hangt af van bepaalde keuringseisen. Overleg hierover met uw arts. Het Epilepsiefonds heeft meer informatie over het deelnemen aan het verkeer met epilepsie. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Heeft uw arts bepaald dat u met uw aandoening mag autorijden? Doe dat dan alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen van felbamaat, zoals slaperigheid, vermoeidheid, duizeligheid en wazig zien. Door deze bijwerkingen kan het gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. U mag daarom in elk geval de eerste week dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto zolang de dosering nog omhoog gaat. Pas nadat u gedurende 1 week dezelfde dosering gebruikt heeft, mag u weer autorijden. Maar doe dat alleen als uw arts daarvoor toestemming heeft gegeven én als u geen last meer heeft van de bijwerkingen van felbamaat.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol versterkt het versuffende effect van dit medicijn. Ook als u niets van deze bijwerking heeft gemerkt, kunt u door het gebruik van alcohol wel suf worden en kan uw coördinatie- en beoordelingsvermogen afnemen.

alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Bespreek met uw arts uw kinderwens, voordat u zwanger bent. Bent u al zwanger? Neem dan direct contact op met uw arts. Bij gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is er een grotere kans op aangeboren afwijkingen bij de baby. Maar een epilepsieaanval kan ook schadelijk voor de baby zijn. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

Goede controle tijdens de zwangerschap is belangrijk. Soms is het nodig de hoeveelheid van het medicijn in het bloed te meten en de dosering aan te passen.

Gebruik in elk geval foliumzuur vanaf een maand voor het moment dat u zwanger wilt worden tot en met week 10 van de zwangerschap. U vermindert hiermee de kans op aangeboren afwijkingen.

Borstvoeding
Geef geen borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Dit medicijn komt in de moedermelk. Het kan ernstige bijwerkingen bij het kind geven. Overleg hierover met uw arts.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?
Tabletten: innemen met wat water.
Drank: vlak voor gebruik goed omschudden. Daarna de dosis afmeten met de doseerspuit en de hoeveelheid voorzichtig in uw mond spuiten. De doseerspuit daarna schoonspoelen met water.
De drank smaakt wat bitter. U kunt hem daarom eventueel mengen met bijvoorbeeld wat vruchtensap of drinkyoghurt. Naspoelen met een half glas water. De bittere smaak vermindert ook als u na inname iets zoets gebruikt.

Wanneer?
U mag het medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis.
Als u het 1 keer per dag gebruikt: bij voorkeur ’s avonds bij het avondeten. Dan heeft u minder last van slaperigheid overdag.
Als u het 2 keer per dag gebruikt: bij het ontbijt en avondeten.
Als u het 3 keer per dag gebruikt: bij ontbijt, lunch en avondeten.
Als u het 4 keer per dag gebruikt:bij ontbijt, lunch, avondeten en voor de nacht.

Hoelang?
U zult dit medicijn waarschijnlijk langdurig moeten gebruiken. Na 2 tot 3 maanden zal uw arts met u bekijken of het voldoende werkzaam is. Het kan zijn dat de arts de dosering tussentijds aanpast. Verander in elk geval nooit zelf de dosering.