Rijssense Apotheek

Onze apotheek vindt het belangrijk dat de patiënt goed begeleid wordt. Met vragen kunt u op verschillende manieren bij ons terecht: via de website, telefonisch en via persoonlijk contact in de apotheek. Voor achtergrondinformatie over bijvoorbeeld medicijnen, de bijwerkingen, aandoeningen kunt u ook terecht op onze website.

Hartelijke groeten,

alle medewerkers van de Rijssense Apotheek

Haarstraat 71
7462 AL Rijssen

T: 0548 512500
E: rijssense-apotheek@ezorg.nl
Contactgegevens voor zorgmail gebruikers: rijssense-apotheek@zorgmail.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

primidon

Primidon beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen.

Artsen schrijven het voor bij epilepsie en soms bij essentiële tremor (beven en trillen).

Wat doet primidon en waarbij gebruik ik het?

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

Om de kans op bijwerkingen aan het begin van de behandeling te verkleinen, moet u starten met een lage dosering. De dosering wordt daarna geleidelijk opgebouwd.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Slaperigheid, sufheid en lusteloosheid.

    Dit treedt vooral in het begin van de behandeling op en wordt minder als u gewend bent aan het medicijn.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dat aan huiduitslag, galbulten of jeuk.

    Raadpleeg dan uw arts.
    In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige overgevoeligheid. Dit is te merken aan: koorts, ernstige benauwdheid, opgezwollen mond, tong, keel of gezicht, huiduitslag, ademhalingsproblemen, flauwvallen, blaren op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Stop in deze gevallen met dit medicijn en waarschuw meteen een arts of ga naar de Eerstehulpdienst.
    Als u overgevoelig bent, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn en duizeligheid.

  • Dubbelzien en andere problemen met zien.

  • Bij kinderen: opgewonden gedrag, slaapstoornissen.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid en braken.

    U kunt dit voorkomen door het medicijn met wat voedsel in te nemen.

  • Bewegingsstoornissen, zoals een onzekere gang bij het lopen, evenwichtsproblemen, neiging tot vallen.

    Raadpleeg uw arts als u dit merkt.

  • Psychische klachten, zoals prikkelbaarheid of agressie, concentratieproblemen.

    Zeer zelden verwardheid of hallucinaties, vooral bij ouderen. Overleg met uw arts, als u dit merkt.

  • Bloedarmoede, doordat u minder rode bloedcellen aanmaakt. Raadpleeg uw arts bij onverklaarbare moeheid en een bleke huid. Waarschuw een arts bij infecties die niet overgaan, koorts, keelpijn, blaren in de mond, blauwe plekken of bloedneuzen.

    In zeer zeldzame gevallen komen andere bloedafwijkingen voor.

  • Botafwijkingen, zoals botontkalking, broos worden van botten en botbreuken.

    Dit treedt voornamelijk op bij langdurig gebruik.

  • Gewrichtspijn

    In zeer zeldzame gevallen kan in de handpalmen een pees zich verharden, waardoor de vingers op den duur krom gaan staan.

  • Minder zin in vrijen.

  • Huiduitslag

    Dit kan wijzen op overgevoeligheid (zie 'Overgevoeligheid').

  • Als u acute porfyrie heeft, een stofwisselingsziekte waarbij men aanvallen van buikpijn, braken, koorts en hartkloppingen krijgt: dit medicijn kan een aanval uitlokken.

    Geef aan de apotheker door dat u acute porfyrie heeft. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of andere uitlokkende medicijnen niet krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik primidon gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen.

In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Anticonceptiepil. Primidon vermindert de betrouwbaarheid van de pil en de meeste andere hormoonbevattende anticonceptiemethoden. Hierdoor stijgt de kans op een zwangerschap. Overleg met uw arts of u een spiraaltje of de prikpil kunt gebruiken. Als dit niet mogelijk is, moet u condooms gebruiken naast de pil tot en met 4 weken nadat u met primidon bent gestopt.
    Ook de betrouwbaarheid van de morning-afterpil met levonorgestrel of ulipristal kan verminderd zijn. Dit geldt ook als u primidon in de afgelopen 4 weken heeft gebruikt. Overleg hierover met uw arts.
  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Als u 2 of meer van dergelijke medicijnen gebruikt, mag u ook na een jaar gebruik nog niet autorijden.
  • Sommige medicijnen tegen hiv en hepatitis C. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking en bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

Primidon vermindert de werking van de onderstaande medicijnen. Overleg met uw arts voordat u een van deze medicijnen gaat gebruiken. Uw arts zal u eventueel een ander medicijn voorschrijven of de hoeveelheid van dit medicijn extra controleren. Het effect van primidon op deze medicijnen kan nog enkele weken aanhouden nádat u bent gestopt met primidon.

  • het medicijn tegen ADHD guanfacine;
  • de afweeronderdrukkende medicijnen ciclosporine, sirolimus, tacrolimus en temsirolimus;
  • de antipsychotica aripiprazol, brexpiprazol, broomperidol, cariprazine, clozapine, haloperidol, lurasidon, quetiapine, risperidon en sertindol;
  • de antistollingsmedicijnen, acenocoumarol en fenprocoumon. De werking van acenocoumarol en fenprocoumon kan afnemen. Meld het aan de trombosedienst als u primidon gaat gebruiken. Ook als de dosering van primidon wijzigt of als u stopt met primidon, moet u de trombosedienst hierover inlichten.
  • de antistollingsmedicijnen apixaban, dabigatran, edoxaban, rivaroxaban en ticagrelor;
  • de antischimmelmedicijnen isavuconazol en voriconazol;
  • bedaquiline, een medicijn tegen tuberculose;
  • bijnierschorshormonen (corticosteroïden), zoals cortison, dexamethason, hydrocortison, fluticason, prednison en prednisolon. Dit is alleen van belang als u het bijnierschorshormoon meerdere weken moet gebruiken;
  • de cholesterolverlagende medicijnen atorvastatine en simvastatine;
  • de medicijnen tegen depressie amitriptyline, buspiron, imipramine, nortriptyline en mirtazapine;
  • digoxine, een medicijn tegen hartritmestoornissen;
  • doxycycline, een antibioticum;
  • ebastine, een anti-allergiemedicijn;
  • andere epilepsiemedicijnen lamotrigine, perampanel, topiramaat en zonisamide;
  • fesoterodine, een medicijn tegen urine-incontinentie;
  • de medicijnen bij hartklachten disopyramide, ivabradine en kinidine;
  • macitentan, een middel tegen pulmonale arteriële hypertensie (hoge bloeddruk in de longen);
  • mefloquine, een medicijn tegen malaria;
  • methadon, een sterke pijnstiller;
  • de medicijnen tegen misselijkheid en braken aprepitant, fosaprepitant en netupitant;
  • de medicijnen tegen reuma of andere chronische ontstekingen tofacitinib en upadacitinib;
  • de schildklierhormonen levothyroxine en liothyronine;
  • de slaap- en rustgevende medicijnen alprazolam, midazolam, zolpidem en zopiclon;
  • theofylline, een medicijn tegen longklachten;
  • tolvaptan, een medicijn gebruikt bij nierziekte;
  • ulipristal, een medicijn bij vleesbomen in de baarmoeder.

Onderstaande medicijnen kunnen de bijwerkingen van primidon versterken. Overleg met uw arts voordat u een van deze medicijnen gaat gebruiken. Uw arts zal u eventueel een ander medicijn voorschrijven of de hoeveelheid van dit medicijn extra controleren.

  • de epilepsiemedicijnen stiripentol en valproïnezuur. Als u toch een van deze medicijnen in combinatie met primidon moet gebruiken, zal uw arts de werking en dosering nauwkeurig controleren.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals suf zijn, slaperig zijn, moeheid, en (draai)duizeligheid.

U mag het eerste jaar dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Heeft u dit medicijn minimaal 1 jaar lang in dezelfde dosering gebruikt? Dan mag u autorijden als het CBR u rijgeschikt verklaart. Overleg met uw arts of dit voor u geldt.

Moet u absoluut kunnen autorijden? Overleg dan met uw arts. Mogelijk bestaat er een andere medicijn waarmee u wel mag rijden.

Let op: als u epilepsie heeft, mag u vaak niet autorijden. Of u mag autorijden, hangt af van bepaalde keuringseisen. Overleg hierover met uw arts. Ook heeft het Epilepsiefonds meer informatie over het deelnemen aan het verkeer met epilepsie. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Door alcohol kunt u extra suf worden van dit medicijn. Ook als u niets van deze bijwerking merkt omdat u gewend bent geraakt aan dit medicijn, kunt u door het gebruik van alcohol erg suf worden en uw coördinatie- en beoordelingsvermogen kunnen sterk afnemen. Beperk daarom het gebruik van alcohol en drink het liever niet.

alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap

Bij epilepsie:
Bespreek met uw arts uw kinderwens, voordat u zwanger bent. Bent u al zwanger? Neem dan direct contact op met uw arts. Bij gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is er een grotere kans op aangeboren afwijkingen bij de baby. Ook kan dit medicijn ontwenningsverschijnselen bij de pasgeboren baby veroorzaken. De baby kan na de geboorte suf of prikkelbaar zijn of niet willen drinken.
Een epilepsieaanval kan echter ook schadelijk voor de baby zijn. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen. Mogelijk kan de arts u een ander medicijn voorschrijven, dat minder ontwenningsverschijnselen veroorzaakt.
Goede controle tijdens de zwangerschap is belangrijk. Soms is het nodig de hoeveelheid van het medicijn in het bloed te meten en de dosering aan te passen.

Gebruik in ieder geval foliumzuur vanaf een maand voor het moment dat u zwanger wilt worden tot en met week 10 van de zwangerschap. U vermindert hiermee de kans op aangeboren afwijkingen.

Bij essentiële tremor:
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Dit medicijn is schadelijk voor de baby. Het kan aangeboren afwijkingen bij het kind veroorzaken. Overleg met uw arts of apotheker. Misschien kunt u overstappen op een ander medicijn. Een medicijn dat wel veilig is tijdens de zwangerschap.

Borstvoeding
Geef geen borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Dit medicijn komt in de moedermelk. Het kan bijwerkingen bij het kind geven. Overleg hierover met uw arts. Mogelijk kan de arts u een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Wanneer?

U mag het medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis.
Als u het 1 keer per dag gebruikt: bij voorkeur ’s avonds bij de avondmaaltijd. Dan heeft u minder last van de sufheid en slaperigheid overdag.
Als u het 2 keer per dag gebruikt: ’s ochtends bij het ontbijt en ’s avonds bij de avondmaaltijd.
Als u het 3 keer per dag gebruikt: ’s ochtends bij het ontbijt, ’s middags bij de lunch en ’s avonds bij de avondmaaltijd.

Hoelang?

  • Bij epilepsie: u zult dit medicijn waarschijnlijk langdurig moeten gebruiken. Na enkele weken tot maanden zal uw arts met u bekijken of het voldoende werkzaam is. Het kan zijn dat de arts de dosering tussentijds aanpast. Verander in elk geval nooit zelf de dosering.
  • Bij essentiële tremor: overleg met uw arts hoe lang u dit medicijn moet gebruiken.